‘De muzikale speeltuin’, het boek waar ik 1,5 jaar aan heb geschreven ligt opeens in je handen. Ik dacht bij mezelf: “Nooit gedacht dat ik mijn manier van werken op papier zou zetten.” Don’t get me wrong: Ik vind het weergaloos om te werken met groepen, mijn didactiek uit te proberen in de klas en anderen te inspireren om met mijn creatieve bedenksels. Maar om het na lang werk en schrijven fysiek vast te kunnen houden is weer een hele gave nieuwe ervaring.

In 2017 begon ik met de master Vocal leadership. Hier staat het improviseren met groepen centraal en de aanvliegroute is een moderne opvatting op koordirectie. Geinspireerd op de filosofie van : ‘The Intelligent Choir’ (TIC), sta je tussen de groep i.p.v. boven de groep en is de koorzanger is niet passief aan het meezingen maar wordt gevraagd actief een bijdrage te leveren aan het geheel. Meteen vanaf dag 1 kriebelt mijn docenten brein: “Dit moet toch met kinderen ook te doen zijn?” Het viel me snel op dat onwijs veel dirigenten een educatie achtergrond / dubbelrol hebben, er is immers veel raakvlak tussen koren en de klas. De beste dirigenten weten een groep te activeren door ook pedagogisch de juiste stappen te nemen. Zo ontstaat er een veilige creatieve werksfeer, waar de zangers hard aan het werk willen om met elkaar een goede uitvoering op poten te zetten.

Die actieve rol, geen zanger die passief maar meedoet maar wordt aangesproken om input te leveren en creatief mee te denken: Ik zie dit ook in een ideale leerling. Zo begon mijn zoektocht in de 3 jaar dat ik dit experiment gelijktijdig met mijn masterstudie uitvoerde. Hoever kan ik een klas krijgen om anders te werken dan het schoolse systeem waar we zovaak in staan? Welke vorm van improvisatie is haalbaar en mogelijk in het primair onderwijs en waarom vermijden toch zoveel collega’s het onderwerp liever? Creatie als uitgangspunt, de les in een kring waar ik als gelijkwaardige facilitator tussen de leerlingen werk, de verantwoordelijkheid voor muzikale keuzes bij de leerling leggen: Het vraagt om een nieuwe didactiek.

Na inspiratie van mijn geweldige docenten van de master aan Codarts Rotterdam | University of the Arts en vele gastcolleges aan de Royal Academy of Music Aalborg-Aarhus rond ik in 2020 mijn thesis af. Een geweldig gevoel, om je master af te sluiten met een mooi cijfer, rapportage en verdediging. En dan? Dan beland hij in een hoek, is hij te vinden in een hoek op het internet en dat is het dan.

De drang om mijn bevindingen en uitgeprobeerde werkvormen praktisch te maken was enorm. Ik was hierin niet alleen! Samen met Stephanie Kramer ontstond tijdens de studie al het idee om er een vervolgstap aan te geven. Wij zijn allebei helemaal thuis in het onderwijs. Ik in het PO en Stephanie met de jongeren in het VO. We waren het wel snel met elkaar eens: De andere doelgroep vraagt om een andere aanpak met verschillende vraagstukken. Hieruit is nu een doorlopende lijn van 2 boeken onstaan. In het proces van de 1,5 jaar daarna volgden: Veel spar-sessies over onze visie, veel schakelen met onze uitgever Leessst Uitgeverij Schagen – uitgever van managementboeken of boeken met een bijzonder verhaal die ons heeft geholpen om het boek echt naar een hoger level te schrijven en veel café-bezoekjes met mijn laptop, maar dan is het zover! ‘De muzikale speeltuin’ is een feit. Onze zoektocht in een onderwerp waar ik vroeger super onzeker over was, heeft mij een ontzettend grote creatieve boost gegeven om mijn eigen pad te willen bewandelen. Een traject wat ik 5 jaar lang open heb ontwikkeld samen met mijn leerlingen van de Galvanischool.

En nu? Nu hoop ik vooral anderen met mijn gemaakte bevindingen en route te inspireren. Het resultaat is een boek waar de ‘how’ en ‘why’ in balans moet zijn. Ik wil je niet alleen laten zien hoe je de werkvormen vormgeeft in de klas, maar ook wat mijn onderzoek en praktijkervaring daarover vertelt. Ik zoom in het boek in op het kind wat spelend leert, wat onze rol als muziekdocent of muzikale leerkracht kan zijn en hoe we de muzikale ontwikkeling vanuit een creatief oogpunt kunnen bevorderen. In het tweede deel van het boek laat ik je via stappen zien hoe je deze werkvormen opbouwt in de klas. Welke stappen je kan nemen en hoe je dit met behulp van backingtracks, liedjes of muzikale voorbeelden zelf kan gaan proberen. Ritme, groove, zang, vocal painting, solmisatie staan allemaal centraal. Met de creatieve illustraties van Zicht Ontwerp van Janneke Lutgerink-Visser komen de twee boeken van Stephanie en mij echt tot leven.